Multipitch trip door de diepste grot van België in 5u13min
Locatie | Trou Bernard, Mont, Yvoir |
Sport | Speleologie, Rotsklimmen |
Wie | Miel en Jef |
Datum | 4/12/2022 |
De grot
De trou Bernard bestaat uit 3 parallelle putten: de centrale (midden), number one (rechts) en number two (links). De ingang van de grot komt rechtstreeks uit in de centrale put. De centrale put is niet één put van 120m diep maar een serie van verschillende rappel stukken en korte kruipstukken. De number one kan je enkel langs onder in, om dan naar boven te klimmen tot op -20m. De number two kon ook eerst enkel beklommen worden langs onder. Maar in 1994 heeft speleoclub Avalon een verbinding gevonden/gemaakt naar de ingangsput. Hieronder de topo van Trou Bernard.
Klassiek, als speleo's een doorsteek willen ondernemen in de Bernard, doen ze dat met 2 teams. 1 team gaat de centrale put in en equipeert al de touwen tot beneden. Voor de centrale put is dat +- 140m touw. Het tweede team gaat de number two put in en equipeert ook alles tot beneden. de twee teams kruisen elkaar beneden en gaan de andere put weer omhoog. Bij het omhoog gaan de-equipeert elk team al het touw. Zo komt iedereen weer boven met al het touw en heeft iedereen een doorsteek gedaan.
In een grot is dit de meest logische manier van werken. Je kan het touw altijd zo hangen dat je minimale wrijving hebt. Als er iets onverwachts gebeurt hangt er altijd touw tot aan de uitgang.
Het nadeel van de speleo-way is dat je met 2 teams moet zijn, dat je veel materiaal met meesleuren en dat je enkel klimt op touw en niet op rots. Miel en ik waren maar met 2, we houden van rots en niet van sleuren. Dus dachten we het eens aan te pakken op de multipitch-way, met slechts 1 touw van 40m.
De voorbereiding
Je kan niet in een grot rappelen, het touw doortrekken en dan tot de vaststelling komen dat de klim naar boven toch lastiger is dan gedacht. We moesten zeker zijn dat elke pitch klimbaar was en veilig af te zekeren, en elke rappel doenbaar zonder wrijving. We moesten dus eerst op de speleo-way de grot verkennen.
Vrijdag 1: De centrale
We hadden elke vrijdag een strak tijdschema waardoor we maar ongeveer 5u in de grot konden door brengen. Knallen dus, eten en drinken was vooral voor in de auto. De trou Bernard is geen moeilijke grot om je te oriënteren. Het gaat altijd naar beneden, en beneden is goed. Maar hij is smal, verticaal en heel smal. Het is een wereld van verschil als je een etroiture (versmalling) voor de eerste keer doet of als je hem al kent. De eerste keer zwel je op, verkramp je en verlies je zeer veel zweet. De tweede keer flipper je er door als een zalmpje. Onze eerste Bernard sessie hebben we dus veel gezweet voor we beneden stonden. We hebben nog doorgestoken tot aan de number one maar daarna zijn we aan de terugtocht begonnen.
Vrijdag 2: Number two en doorsteek?
In de tweede Bernard sessie was het plan om de number two af te dalen en de doorsteek naar de centrale te maken. Het afdalen van de number two ging vlot, tot aan de beruchte etroiture de Veuve Clicquot. De Veuve Clicquot is een een zeer smal meandertje van een meter en half lang. Als je jezelf erdoor gesleurd krijgt hang je in het ijle boven een put van een dikke 10m diep. Maar Miel heeft er zin in, equipeert compleet vastgeklemd en bijna ondersteboven het touw en we geraken er allebei door.
Ons grot-lef-vatje was serieus gedraineerd door de Veuve Clicquot en we begonnen met knikkende knieën aan de doorsteek naar de centrale. Miel gaat op kop, zoals meestal als we iets heftig verwachten. Het mocht niet baten. Speleo is op zo momenten een mentaal spel. Het enige wat helpt is rustig blijven. De grot had ons in zijn greep. De 50m lange doorsteek verschafte ons wat we nu juist niet nodig hadden: het werd smaller, en smaller, benouwender en beklemmender. Met in het achterhoofd dat we de doorsteek toch in ieder geval ook weer terug moeten, plus het feit dat we de Veuve Clicquot ook nog in de omgekeerde richting moeten overwinnen, beslisten we halverwege terug te draaien. Het draaien was makkelijker gezegd dan gedaan. Toch eenmaal gedaan, viel de Veuve Clicquot omgekeerd ook mee. Op de weg naar boven klimmen we op rots, maar altijd gezekerd op onze geëquipeerde touwen. we noteren extra protectie die we nodig hebben om voor te klimmen en ook alle mogelijke wrijvingsloze rappelpunten. We zijn zeker dat vrij voorklimmen geen probleem mag zijn. Buiten waren we toch vooral teleurgesteld. 1-0 voor de Bernard.
Vrijdag 3: De doorsteek voor echt
In sessie drie staat er veel op het programma, maar vooral revanche. We equiperen de centrale put helemaal tot beneden. Vervolgens beginnen we aan de doorsteek langs de andere kant. Aangezien we de centrale ondertussen vanbuiten kennen zit ons grot-lef-potje je nog vol als we aan de doorsteek beginnen. Met een vol potje is de doorsteek geen probleem. Het is smal, ik zit één keer klem met mijn helm. De enige manier om mijn hoofd te recupereren is door mijn kinband los te klikken, naar achter te kruipen zonder helm, en vervolgens mijn helm uit te spleet trekken. Maar uiteindelijk geraken we euforisch aan de number two. Met de notities van vorige sessie lukt het ons om de number two vrij omhoog te klimmen tot aan de uitgang. Klimmen in een grot is een ervaring. Het is minder precies voetwerk aangezien je laarzen aanhebt in de plaats van klimschoenen. Maar het is veel meer 3D dan buiten. De rots is grillig, scherp en nooit afgeklommen.
Eenmaal boven is onze eerste doorsteek een feit. Maar onze geëquipeerde touwen hangen nog tot beneden in de centrale put. We dalen dus de centrale weer helemaal af om volgens naar boven te klimmen en te de-equiperen om al onze touwen te recupereren.
Vrijdag 4: Klimmen in number one en centrale
De "Trans Bernard" is voor ons afdalen in number two en vrijklimmen in de centrale. De number two telt 3 klim pitches terwijl de centrale er 5 mooie pitches heeft. Voor onze laatste voorbereidende sessie moesten we dus nog de centrale en number one vrijklimmen.
We starten met het equiperen van de centrale tot beneden en steken door naar de number one. De number one vrij klimmen is episch. Wat een lijn, 35m hoog. Je staat in een kaarsrechte koker met een diameter van ongeveer 8m, je lamp is niet sterk genoeg om het einde van de klim te kunnen zien. De lengte begint gemakkelijk met grote en scherpe grepen maar verroeste protectie. We steken een sling en een cam. Er volgt een delicate traversee die onwennig aanvoelt in modderige laarzen. Na enkele meters dal, trekt de grot terug rechter en de grepen zijn vlijmscherp. Bovenaan kom je in de onderkant van een soort grillig puntdak. Dit puntdak moet je doortraverseren, met de gapende 30m koker onder je. Het is heel indrukwekkend, maar doenbaarder dan het er uit ziet op het eerste gezicht. Je komt uit op een plateau met een goed ankerpunt.
De number one is veroverd. Het hoofdoel van de dag is echter de centrale vrij uitklimmen. Ons geëquipeerd touw hangt er ook nog voor het geval voorklimmen toch te moeilijk is.
Le grand puit is ook een geweldige lijn. Ruig, grillig en geregeld overhangend, maar er zijn altijd goeie grepen. De puit du cureton is gelijkaardig maar op het einde iets moeilijker omdat het eindigt met een squeeze en dan zijn er minder grepen. Vervolgens kiezen we Salle Olive in de plaats van de puit de l'oppo omdat dit een mooiere klim is, en de horizontale squeeze er naar toe valt wel mee.
Nu komt de echte uitdaging, de pitch die bepaald of ons project staat of valt, les Chicanes. Les Chicanes is een smalle verticale meander, 20m diep, maar slechts 30cm breed op de smalste punten. Deze put is al befaamd lastig om af te dalen op touw, op het smalste stuk drukt de rots tegen je borst en tegen je rug. Les chicanes is compleet uitgesleten door water en speleo's zodat er geen enkele greep is om je aan op te trekken. Ons plan is om deze put vrij omhoog te klimmen. Een bijkomend probleem is dat er op de 20m maar één tussenhaak is ter protectie. Vandaag is dit echter nog geen issue aangezien ons vast touw er nog in hangt. De eerste 15m omhoog klimmen vallen veel beter mee dan verwacht. De rand van de put loopt zachtjes op en is niet kaarsrecht, je hebt er enigszins steun aan. Net onder het tussenanker is het even heel nauw. Door je lijf horizontaal op te spannen in de verticale meander geraak je er echter door gepuzzeld na enkele keren proberen. De laatste meters zijn echter de crux. Het is hier kaarsrecht, compleet afgesleten en op zijn smalst. Met veel gespartel en gewurm geraak ik door de crux. Miel kiest om iets meer rechts te blijven dan mij. Hij komt compleet vast te zitten met zijn borst en moet zich gecontroleerd laten zaken tot hij terug voetsteun vind. Uiteindelijk geraakt hij er ook door.
Puit Franz is een zalige klim met een luchtige traversee om vervolgens in de begin meters de zoete buitenlucht te proeven.
Alles vrijgeklommen, de integrale Trans Bernard is binnen handbereik...
De Trans Bernard
4 december hebben we onze multipitch trip door de diepste grot van België afgelegd in 5u13min, elke pitch is vrij geklommen.
Materiaal
Het materiaal dat we gebruikt hebben:
Kitzak
Klimtouw 40m
Reserve touw 30m
3x prussik
EHBO en water
8x setjes
4x cams en 1tri-cam
4x dyneema AM
5x schroefmusketon
2x zekertoestel
Beschrijving
De Trans Bernard is met één touw groep de number two naar beneden rapellen. De doorsteek maken tot en met het diepste punt van de grot. Vervolgens de number one vrij klimmen tot aan de eerste kamer. Nadien afdalen en terug doorsteken tot aan de bodem van de centrale put. Hier vrij klimmen tot aan de uitgang.
Number two rappelen: shunt, shunt, rappel 10m, rappel 20m, rappel 10m (voor elke rappel op dubbel touw hebben we twee ankerpunten verbonden met een prussik touw)
Doorsteek top op diepste punt
Number one vrij klimmen (klimpitches zie hieronder)
Afdalen en terug
Centrale put vrij klimmen (klimpitches zie hieronder)
Crux'en
Etroiture Veuve Clicquot
T-splitsing in Meandre SSN
Delicate traversee in number one
Laatste meters van les Chicanes
Klim pitches
Number One: 35m, 5de graad
Le Grand puit: 20m, 5de graad
Puit du Cureton: 15m, 5de graad
Salle Olive: 8m, 4de graad
Les Chicanes: 20m, crux 6a
Puit Franz: 20m, 5de graad
댓글